Terug naar hoofdpagina Inburgering Verslag inBOERgeringsdag | |
Door Bert de Ruiter - secretaris van Kantara. Op 16 april j.l. organiseerde de Marokkaans/Nederlandse vereniging Kantara een inBoergeringsdag naar de Noordoostpolder. Het doel van de dag was om een bijdrage te leveren aan de inburgering van de ‘nieuwe’ Nederlanders. Dat de dag inBOERgeringsdag heette in plaats van inBURGeringsdag is niet vanwege een spelfout van de organisatoren, en evenmin omdat veel oudere Marokkanen inburgering uitspreken als inboergering, maar omdat er een bezoek aan een boerderij op het programma stond. Geheel in het teken van inburgering was het een regenachtige dag, maar dat deerde de 50 deelnemers allerminst en iets over achten vertrok de bus van het Mercatorplein naar het vissersdorp Urk. De aanwezigen, die voor het overgrote deel nog nooit OP Urk waren geweest, vertegenwoordigden enkelen van de vele culturen die onze stad rijk is: Marokkanen, Turken, Iraniers, Surinamers, en hier en daar zelfs een blanke Nederlander. De inburgering begon dus al in de bus, en de mensen, in leeftijd varierend van 8 tot bijna 80 jaar kregen van de reisleiders onderweg allerlei wetenswaardigheden te horen over de geschiedenis van de inpoldering en wat er zoal bij kwam kijken om de voormalige Zuiderzee tot bewoonbaar land te maken. Waar enkele honderden jaren geleden zeesterren lagen, staan nu de tulpenvelden in bloei. Toen we om 10 uur het vissersdorp Urk binnenreden hadden we al enkele uren geschiedenisles achter de rug. Tijd om de benen te strekken en op verhaal te komen achter een bakje Hollandse koffie en thee. De sfeer zat er goed in en veel mensen gaven er de voorkeur aan om met elkaar te praten en hadden nauwelijks oog voor het prachtige uitzicht over het IJsselmeer dat we vanuit het restaurant hadden. Na deze gezelligheid was het tijd om aan het volgende programma-onderdeel te beginnen en hiervoor werd de groep in tweeen gedeeld. Een groep ging met de bus naar een moderne boerderij nabij Urk, terwijl de andere groep met de benenwagen rondgeleid werd door Urk. Op de boerderij nam de boer ons mee door de stallen en langs de landerijen erom heen. Hoewel de geur van mest en koeienpis haast ondraaglijk was voor sommige Turkse stadsmeiden, kregen we veel te horen over melkquota, hoelang een koe zwanger is, hoeveel melk zij produceert en wat er allemaal bij komt kijken om de koeien te verzorgen. Hoewel enkele kinderen graag een kalfje geboren wilde zien worden, zou dat nog enkele uren op zich kunnen laten wachten, en zoveel tijd hadden we niet. Wel kregen we voor het weggaan nog een korte uitleg over hoe het gras van het land via de maag van de koe als kaas in onze magen terechtkomt. Enkele Marokkaanse mannen probeerden te onderhandelen over het kopen van een koe, maar de boer wilde niet van zijn veestapel af en € 1.000 is wel een heleboel geld voor een beest dat je niet in Amsterdam kwijt kunt. We hadden van al het lopen honger gekregen en spoedden ons naar ‘de Morgenster’, een voormalig bejaardenhuis in Urk, omgebouwd tot kerkelijk centrum. Na een korte uiteenzetting over het christelijk geloof, wat in de Urker gemeenschap een grote rol speelt, deden we ons te goed aan een traditionele Urker zaterdagmaaltijd: rijst en vis, ons aangeboden door een kerk in Urk in samenwerking met enkele bedrijven. Na deze aangename onderbreking zetten we ons programma voort. De boerderij groep ging nu Urk in en de andere groep ging de boer op. Een inheemse Urkse vrouw, begeleidde ons op de zogenaamde ‘Ginkiestocht.’ ‘Ginkies’ zijn kleine smalle steegjes tussen de huizen van de dorspkern van Urk. Op een gedetailleerde manier hoorden we over het eerste zelfbedieningsrestaurant van Nederland in het huis van een mevrouw die haar kruidenierswaren verkocht vanuit de bedstee. We leerden dat de burgemeester van Amsterdam in vroeger tijden aan Urk een kerkgebouw geschonken heeft. Het blijkt dat de band tussen Amsterdam en Urk dus al bestond voor deze inboergeringsdag. Mocht er nog iets van de boerderijlucht in onze kleren of op onze huid zijn achtergebleven, dan werd dat allengs weggespoeld en geblazen door de regen en harde wind die vanuit het IJsselmeer het strand en de vuurtoren van Urk teisterden waar wij langsliepen. Verkleumd strompelden we het warme en kleine Urker museum binnen om hier nog meer te leren van de geschiedenis van dit voormalige eiland in de Zuiderzee. Hoewel er nog wel tijd was om op eigen gelegenheid door Urk te wandelen, gaven de meesten er de voorkeur aan om nog even gezellig koffie te drinken, want de energie was zo langzamerhand uit de lichamen verdwenen en om 17.00 uur stapten we moe en voldaan weer in de bus richting Amsterdam. De helft van de bus heeft deze terugreis in dromenland meegemaakt, terwijl het andere deel gemoedelijk met elkaar zaten te praten. Ongeacht de culture verschillen, en het gebrekkig Nederlands van sommige deelnemers, was bij aankomst op het Mercatorplein iedereen het erover eens dat deze dag zeer geslaagd was. Niet alleen hebben we meer geleerd over ons gezamenlijke land, maar we hebben elkaar als medeburgers beter leren kennen. Zo werd deze inBOERgeringsdag een echte inBURGeringsdag. Bert de Ruiter
|
Voor reactie: Contact |