Wiekendraaien 2004

Molen van Sloten

Verslag Marc Marc, rondleider, augustus 2004, marcmarc@xs4all.nl
     

Bijzondere dag
     Rond de Molen van Sloten - aan de rand van de Haarlemmermeerpolder bij Amsterdam - is men al vroeg in de weer met het opzetten van de stalletjes. Het gaat een feestelijke dag worden met velen activiteiten. Ook voor de molen is het een bijzondere dag want we gaan wiekendraaien. Voor de duidelijkheid: de wieken van de Molen van Sloten draaien het hele jaar door als er wind is maar, het is maar eens per jaar mogelijk dat men zelf meedraait. Dat wil zeggen: ingesnoerd en vastgeklonken aan een wiek zoeft men door het luchtruim.
     Het is niet echt een zomerse dag meer want wild bewolkt doch droog en de temperatuur is goed. Het is eigenlijk een typisch Nederlandse dag; vlees noch vis.
     Molenaar Ton is druk in de weer met twee andere wiekendraai-veteranen de speciale constructie aan de wieken te bevestigen als er twee glimmende motoren aan komen rijden waar twee jonge stoere evenzo glimmende motorpakken even later van af stijgen. Ze zijn de eerste gegadigden om hun hersenen uit het hoofd te laten slingeren onder de G-krachten die het wiekendraaien zal uitoefenen. Afgezien van mijzelf natuurlijk want ik wil vandaag ook graag haantje de voorste zijn. De inschrijfformulieren zijn echter nog zoek dus moeten we in ongeduld wachten.

Kinderlijke verwondering
     Hoewel ik op verzoek van collega gids Hanna mijn gebruikelijke zondagochtend dienst heb ingeruild voor de middagdienst en er al 's morgens ben om het allemaal mee te maken en te wiekendraaien neemt de duivel een loopje met mijn plan. Hanna is al flink op weg met een groep toeristen voor een rondleiding als er zich vier Spaanse gasten aandienen voor een rondleiding. Er is in zo'n geval de keuze de gasten te laten wachten voor de volgende rondleiding of ze in te voegen bij de reeds lopende groep. In het eerste geval zullen de mensen zeker nog zo'n 30 minuten moeten wachten en in het tweede geval vallen ze in een verhaal waar ze de introductie van hebben gemist en dat is vervelend. Mijn wiekendraaien moet dus maar even uitgesteld worden opdat ik de Spaanse gasten kan rondleiden.
     Deze vier Spaanse spreken nauwelijks Engels maar, ik kan ze duidelijk maken dat dit helemaal niet nodig is. Engels sprekend met ruime gebaren laat ik ze weten dat het genoeg is om mijn gebaren te volgen en naar mijn ogen te kijken. Ik heb er een groot plezier in om te testen hoe ver je kan gaan om met een non-verbale expressiekracht een verhaal te vertellen. De keuze van het soort verhaal valt in zo'n geval dan op het wonderlijke en imponerende van een Hollandse windmolen. Men moet zich inleven in de kinderlijke verwondering. Iets dat bij vrouwen wat makkelijker is om over de dragen dan bij mannen. Trekt men er af en toe een interessante kop bij en verteld men wat onbegrijpelijks, dan zijn de mannen ook tevreden gesteld. Zo gezegd, zo gedaan. Zij tevreden en ik ook want, weer zoveel binnenpret met het zoeken naar mogelijkheden en het kijken in ogen die veel verraden over wat men voelt.

Nooit verveeld
     De formulieren voor het wiekendraaien zijn inmiddels beschikbaar. Ik moet mijn gegevens invullen en een handtekening zetten dat ik deelneem op eigen risico. Echt goed lezen doe ik de tekst niet want het is protocol en dat geloof ik allemaal wel.
     We zijn inmiddels elven gepasseerd en zouden dus begonnen moeten zijn met het wiekendraaien. Echter, er staat geen wind. Veel kandidaten zijn er ook nog niet. Enkel de twee motorduivels en ik staan ingeschreven. Aan wachten heb ik een hekel, dus loop ik een ronde langs de molenmedewerkers om te kijken hoe het hun vergaat. Bij terugkomst in de Molen staat er een immense groep toeristen klaar voor een rondleiding. Hanna ziet mij en vraagt of ik niet een deel van de grote groep op mij wil nemen. Tja, daar gaat het wiekendraaien weer maar, collegialiteit is nu eenmaal een hoger goed waarin men niet kan gaan marchanderen. Of ik het Spaanse of Italiaanse deel van groep wil? Ik denk: het liefst de Spanjaarden maar, zeg dat het me niet uitmaakt. Het gevolg is dus dat ik met de Italianen zit opgescheept. Kijk, Spanjaarden zijn wat meer ingetogen. Dat geeft wat meer rust zodat ik me kan concentreren op het oplossen van het taalprobleem. Italianen daarentegen zijn vaak enorm opgewonden en tetteren bij alles wat ik zeg door elkaar heen en terwijl ze dat doen kijken ze me aan ter bevestiging van wat ze zojuist hebben betoogd. Op dat soort momenten begin ik te begrijpen waar de filmmaker Passolini zijn inspiratie vandaan heeft en het kost moeite om niet in de lach te schieten. Het is ook niet makkelijk om de vaart in het verhaal te houden vanuit didactisch oogpunt. Ik merk dan ook altijd dat ik in wezen een erg serieuze jongen ben die moeite heeft zijn taak van kennisoverdracht los te laten en op te gaan in een carnavaleske chaos. Hoe dan ook heb ik de neiging het proces te willen controleren. Met Italianen is dat een vermoeiend proces want in mijn perceptie word ik door hen tot entertainer gebombardeerd en voor zover ik dat kan zijn - het belang daarvan zie en ook bewust ontwikkel - is het niet mijn eerste insteek. Na afloop vraag ik me af wat er nu precies allemaal gebeurt is maar, enerverend was het zeker en levert altijd weer een schat aan informatie op over de variëteit van culturen, haar mensen en gedrag. Hoe hiermee om te gaan is een spel dat nooit verveelt.

Wijsneus
     Ik sta buiten om wat foto's te maken van het wiekendraaien. Twee snelheidsduivels zijn aan de wieken gebonden en ondergaan zichtbaar sensatie. Ha! Denk ik, zo dadelijk is het mijn beurt en begeef me naar de ingang van de molen.
     Ik word begroet door Vasili, zijn vriendin Lena en twee sympathiek ogende gasten die hebben gereageerd op mijn Email over deze bijzondere dag. Ik had aan de telefoon beloofd dat ze alvorens te gaan wiekendraaien een rondleiding in de Molen zouden kunnen krijgen en voel me dus verplicht dit ook te doen. Wederom geen wiekendraaien voor mij.
     Twee Italiaanse gasten voegen zich bij Vasili en consorten en vangen we aan een rondleiding te maken. Met grote aandacht word geluisterd naar mijn verhaal over Holland Waterland - onze strijd tegen het water en de rol van dijken en Molens hierin. De twee Intelligent uitziende Italiaanse gasten van middelare leeftijd gedragen zich als in een zelfde stramien van leerzaamheid. De twee gasten van Vasili, een Française en een Arabisch uitziende jongen - beiden studenten aan de Rietveld Academie - gedragen zich als echte studenten: aandachtig en nieuwsgierig maar vooral timide en afwachtend. Wellicht waren hun gedachten bij het wiekendraaien waarvoor ze zich reeds hadden ingeschreven. Godsamme, ik voel me ineens een oude man die zwelgt in kennis en wijsheid en vraag me af: was ik ook zo toen ik die leeftijd had? In mijn herinnering was ik toen niet zo. In plaats daarvan al vroeg een wijsneus tot op het irritante af. Die wijsneus ben ik altijd gebleven. Op hoop van zegen is het irritante er voldoende vanaf. Het doet zich vaak voor dat de gasten denken dat ik een molenaar ben, hoewel ik niet bepaald gekleed ben als zodanig. Als gids in de molen vind ik dat natuurlijk een compliment want een gids is lager als een molenaar die de machten mag bestieren die de werking van een molen aangaat en mag prakkiseren. Hier overigens ook hard voor gestudeerd heeft terwijl ik enkel verhaaltjes ophang om de mensen te behagen. Mijn grootste compliment is geweest dat een van de gasten letterlijk verwoordde dat ik dus slechts een gids was, op een toon alsof hij zich bedrogen voelde. Volmondig heb ik toen toegegeven 'slechts' een gids te zijn en dat dat me speet voor deze criticus in kwestie. Natuurlijk niet zonder ironie zichtbaar op mijn gezicht en gespeeld ongenoegen over de onderwaardering van al die kennis die ik met veel enthousiasme poog over te dragen. Hoe vreemd het ook mag klinken, dit zijn geweldige momenten. Immers, altijd weer opnieuw complimenten horen streelt wel het ego en geeft een indicatie voor het succes van de inzet waarmee ik dingen doe maar, is ook eentonig aan het worden.

Kunstmatig gevaar
     Eindelijk vrij. Ik wil wiekendraaien maar, mijn middagdienst is inmiddels begonnen en twee gasten uit India staan op mij te wachten. Ik ga op zoek naar Hanna om te vragen of ze mij niet even wil overnemen opdat ik eerst kan gaan wiekendraaien. Ik vraag wat rond waar ze is maar niemand weet het. Buiten de molen komend zie ik haar aankomen en doe mijn verzoek, al wetend dat ze nogal streng is op de klok van vooraf bepaalde plichten. Hoe het ook zij, als ik nu niet ga wiekendraaien, dan gaat het er niet meer van komen vandaag en moet ik een jaar wachten. Met een schuine blik naar de twee Indiase gasten en een woord van excuses trek ik naar de stelling om plaats te gaan nemen voor iets waar ik toch wel een beetje vrees voor heb om te gaan doen omdat ik mezelf redelijk goed ken als het gaat om kunstmatig gevaar: laconiek zijn op dat soort momenten desastreus op de maag werken kan en dat blijkt bij mij nogal eens het geval te zijn geweest.
     Enkel kinderen weten mij zover te krijgen dat ik meega in een zweefmolen, een reuzenrad of achtbaan want, dan genereert het diep geworteld beschermend karakter voor hen allerlei chemische stoffen voor voldoende weerstand tegen misselijkheid. Louter voor eigen plezier hoef ik het niet.
     Nu sta ik hier, mijn uitsluitsel-formuliertje overhandigd voor 12,50 Euro. Niet zonder vrees voor wat komen gaat maar, zonder twijfel want, ik weet dat ik dit wil. Als er nou iets is dat ik graag wil doen dan is het wel parachutespringen van 7000 meter, in een straalvliegtuig vliegen en meer van dat soort dingen. Wiekendraaien lijkt mij een uitgelezen kans om me in het onbekende te storten waarbij voor mij een zekere moed nodig is.

Wiekendraaien
     Het is even na enen als de wind is aangesterkt en mijn hakken in de daarvoor bestemde uitsparingen klikken. Direct worden gespen strak over mijn schoenen getrokken en sta ik hulpeloos in een ijzeren constructie. Banden en gespen vliegen om mij heen en worden aangetrokken. Men is duidelijk in de weer mij veilig terug te laten keren van een reis naar de maan. Rationeel gezien maakt dat mij gerust maar mijn hart begint te bonzen onder zoveel geweld van Bondage. Mijn God! Ineens besef ik mij ten vollen dat ik opgetuigd ben aan een molenwiek die zo dadelijk draaien gaat. Terug gaan kan niet meer want stevige banden zijn reeds aangetrokken om mij te fixeren aan de wiek. Mijn enige redding is dat ik me al weken lang heb voorbereid op het willen van deze vlucht. Mijn enige troost is de vriendelijke blik van Molenaar Ton die fijntjes opmerkt: "Nou, veel vlees zit er bij jouw ook niet aan" en vaderlijk trekt hij de banden nog eens extra strak.
     Enigszins gelaten kijk ik in de lens van mijn eigen camera die ik aan een leerling molenaarster heb gegeven om foto's te maken. Plots wordt ik omgedraaid en loopt mijn hoofd subiet vol met bloed. Oh jee, nu gaat het beginnen en na een slaak van ongenoegen van het zware hoofd begint de hemel te draaien voor mijn ogen en word ik door de wind naar boven geleid. Ik ga niet echt snel dus draait het beeld slechts langzaam op mijn vlies. Ik weet wat er gebeurt maar juist omdat het langzaam gaat raak ik mijn oriëntatie kwijt met het schuiven rond de horizon. Eindelijk heb ik weer eens het gevoel dat hier iets gebeurt dat de chemie-huishouding in beweging zet. Ik voel de adrenaline stromen en mijn burgerlijk zweefmolen-syndroom is weggenomen. Ik kom los van de grond, los van mijn bondage aan de wiek en kom tot stilstand op 34 meter hoogte. Mijn horizon is weer in lijn met mijn evenwichtsorganen en hoog geniet ik van het magnifieke uitzicht dat voor mij blikt. Het is ook een gevoel van overwinning. Zo hoog uitkijkend boven mijn land in een zo uitzonderlijke idiote positie van gegespt aan een molenwiek. Zeg nou zelf: dit is absurd en zeker uniek. Het overwint alle angstgevoelens die men maar zou kunnen hebben vanuit het besef dat men zich in een situatie bevind die enkel door krankzinnigen van geest bedacht had kunnen worden.
     Daar stond ik dan op grote hoogte, kijkend naar de horizon en het gekrioel beneden mij. Voor hoelang? Ik weet het niet. Ik voelde dat men beneden aan de andere kant een ander aan het vastbinden was want, ieder kleine beweging onderaan word door de wetten van kracht maal lengte van de arm versterkt. Aldus was ik daarboven flink aan het wiebelen terwijl de gangmaker met microfoon over de geluidsinstallatie nog eens verhaalde dat er een molengids boven in de molen hing waarna men zeker zou moeten vragen - zo men een rondleiding zou willen hebben.
     Aan dat gewiebel van komende bewegingen raakt men gewend en dan ontstaat een zekere rust van het hangen aan een molenwiek op zovelen meters hoog. Welaan begint het genieten van het uitzicht en pleziert het in zo'n positie te mogen vertoeven. Men kijkt eens rond, dan weer eens naar het dorp of diep naar beneden alwaar dwergen druk bezig zijn met zaken waar men niet lang bij stil kan staan omdat men immers in hogere sferen vertoefd.
     Dan ineens zet het mechaniek zich in beweging en men voelt zich al stortend in een ravijn. Opnieuw draait de horizon al tollend door het hoofd en hoopt men dat dit snel voorbij zal zijn om gerust te mogen landen onder handen die ontfermen. Maar nee! Ik draai door met een snelheid van wind die mij niet gezond lijkt. Weer omhoog en wetend dat ik nog een draai ga maken; de hemel voor mijn ogen in verwarring rakend en of dat ooit nog wel goed zal kunnen komen? Maar, toch weer een beetje adrenaline door mijn bloed gevoeld en dit is vreemd want het was allemaal ongevaarlijk en valt welbeschouwd in het niets met wat ik eerder heb meegemaakt doch geen kick gaf, anders dan als een soort voorbedachte robot klappen uit te delen - ook al was dit wellicht uit overmoed. Nee, met dit wiekendraaien voelde ik me pas eigenlijk echt een held want vertrouwen moest ik hebben in anderen. Anderen die de controle hadden over mijn leven en welzijn. Dat over kunnen geven: dat is moed en valt mij dan ook altijd zwaar.
     Na al dat getol, wat verwarrende beelden achterlaat, word ik stilgezet en opgevangen door Molenaar Ton. Ik weet dat in mijn blik iets van verwijt ligt: "je hebt me extra laten lijden op de wind die er op dat moment voor handen was". Voor mij had het helemaal niet zo hard gehoeven. Tegelijkertijd weet ik dat Ton dat nooit zo bedoeld kan hebben. Wellicht word ik te hoog ingeschat aangaande dit soort dingen. Mijn overmoed telt namelijk enkel maar in situaties die er echt toe doen.

 

Marc marc

augustus 2004


Mayday, Mayday, Going down - foto: VP

Instappen - foto: VP
Gerust gesteld - foto: JB
Insnoeren - foto: JB
Ingesnoerd - foto: VP
Omgekeerd, Ready for take off - foto: RA
Gelanceerd - foto: RA
Stilstand op 34 meter - foto: RA
Uitzicht - foto: RA
Vasili wordt omgekeerd - foto: VP/E
Jelena in duikvlucht- foto: VP

 


 

Naar hoofdpagina website - Naar verhalenpagina

Voor reacties Marc Marc Kontakt

This page & contents are Copyrighted (C)2004 by Marc Marc Amsterdam

 

 

 

 

 

 

  Muziek: Tjaikovsji