Pasfoto - gemaakt in Moskou met een glasplaten camera

Amsterdammer in Moskou

De Nederlandse kunstenaar & ontwerper Marc Marc verhaalt in deze rubriek zijn ervaringen met Moskou sinds 1989. Hij geeft zijn persoonlijke ervaringen en kijk op het leven in Moskou.

Burda Conferentie

Februari 2005

Uit: "Nooit meer" - Deel 43 - fragment 'C' - 01.02.2005

We zijn op weg naar Burda. Ruimschoots op tijd vertrokken, want met de enorme hoeveelheid sneeuw die gevallen is, gaat het verkeer hier maar al te graag traag. Overal op onze weg is men bezig de sneeuw te ruimen, iets dat ook nog eens voor extra oponthoud zorgt.
        "Waar gaat eigenlijk al die sneeuw naar toe?" vraag ik Sergey. "Naar een speciale sneeuwverwerkingsfabriek", verteld hij, "waar het gesmolten wordt." Ik probeer me een hier een voorstelling van te maken, maar faal hierin omdat ik niet kan geloven dat er allereerst een fabriek bestaat die de sneeuw maakt (dat heb ik met mijn eigen ogen gezien, hoewel van een afstand), die de sneeuw dan over ons allen uitstort en er vervolgens weer een fabriek zou bestaan die dat alles weer omsmelt naar een meer handzamere vorm.
        We worden verwacht om twee uur in de middag om deel te nemen aan een 'interne conferentie'. Als we voor de slagboom staan om het Burda-terrein binnen te gaan, hebben we nog een half uur.
        De beveiliging heeft nog steeds niet goed in de gaten waar de voor hen belangrijke informatie staat in mijn paspoort. Ze bladeren en kijken, overleggen en discussiëren er over. Het gaat allemaal nergens over, maar het moet blijkbaar zo gaan opdat ik weet dat mijn aanwezigheid in dit gebouw, dat volgens eigen wetten, nu eenmaal moet beschermd worden tegen terroristen zoals ik, goed beveiligd is. Het mes dat ik in mijn linkerzak draag kwam al die keren dat ik hier reeds op bezoek ben geweest ongehinderd door de controle. Een zakmes dat ik in Nederland gekocht heb en waarvan het mesdeel door mij opnieuw geslepen is om er iemand mee dood te kunnen steken, bijvoorbeeld de directeur van dit bedrijf, mochten de zaken niet zo gaan zoals door mij gewenst. Staat er de hele dag iemand met een metaaldetector een macho te wezen zonder mij daarmee te onderzoeken. Waarom? Zie ik er soms niet uit als een terrorist?

Als eerste begeven Sergey en ik ons naar het herentoilet. Volgens Sergey is dit zijn kantoor. "Mooi kantoor! Met maar liefst vier toiletten" zeg ik vol bewondering, waarna wij nog net niet in een slappe lach schieten. Onze schoenen moeten gewisseld worden. In Moskou kan men nu eenmaal niet de beste schoenen dragen als men op pad is. Dus, wordt er vaak een tas meegenomen waarin de schoenen verborgen zijn die men aandoet op locatie waar verwacht wordt gekleed te zijn tot en met de schoenen toe. Na ons toilet gedaan te hebben gaan wij met veel zelfvertrouwen op pad naar de derde etage.
        We hebben nog tijd over, dus kunnen we de jongeman die onze computer heeft verzorgt even gaan bedanken voor zijn werk. Hoewel hij daar voor ingehuurd is als werknemer is het goed om hem enige attentie te geven. Zo werkt dat. Terecht! Ook hij moet voldoening kunnen putten uit zijn werk, meer als een maandelijks honorarium.
        Xena, de hoofdmanager - is niet aanwezig. Wel haar assistente Elisabeth, zoals het hoort - iedere keer weer als wij daar komen. Zij kijkt ons dan altijd aan met ogen waarvan ik zelden er zulke stoute gezien heb. God, wat maakt die meid warm, enkel en alleen al door de wijze waarop ze kijkt. Niet naar mij en ook niet naar Sergey. Ze kijkt de ledige ruimte in om onze blikken te ontwijken, maar desalniettemin staart ze naar een perspectief dat fantasierijke vibraties verraad. Dit wegkijken heeft een enorm stimulerende werking. Hoe graag zou ik niet werkelijk in die ogen willen kijken al was het alleen maar voor het plezier dat hier aan te beleven zou zijn. Ik kan mij niet, bij al die keren dat ik haar gezien heb, aan de indruk onttrekken dat deze dame weet dat ze zeer opwindende ogen heeft - dat ze er mee speelt op een welhaast venijnige wijze. Dat ze er verder ook toe doet is van geen enkel belang.

Wij zijn ook op zoek naar Igor. Sergey zoekt naarstig in zijn agenda naar zijn volledige naam die bij Russen uit drie delen bestaat in plaats van twee zoals bij ons. "Voor mij is hij gewoon Igor". "Jij kan hem zo noemen, maar ik kan dat niet maken" antwoord hij. Het is waar. Igor en ik hebben ons als waren wij vrienden onderhouden tijdens het winterfeest. Net op tijd vind Sergey de naam, want daar komt Igor aangelopen. "Dag Igor, hoe gaat het met je", zeg ik hartelijk terwijl ik hem de hand rijk en wij gelijktijdig deze vraag uitspreken. Zijn vriendelijke ogen zeggen mij dat wij nog steeds vrienden zijn en het geen tijdelijke bevlieging was onder invloed van die overheerlijke wijn die wij ruim samen gedronken hebben onder het herhaaldelijk toosten op Moeder Rusland. Sergey heeft echter zijn gebruikelijke formele, doch vriendelijke houding aangenomen en schudt Igor de hand onder het noemen van zijn volledige naam. Igor krijgt van Sergey een uitnodiging voor de vernissage van mijn expositie overhandigd als ging het hier om het aanbieden van een geschenk aan de keizer van Japan. Veel tijd om te praten is er niet, want Igor heeft een druk leven als hoofdredacteur van vier door Burda uit te geven computerbladen.

Wij willen koffie drinken. We kunnen de conferentieruimte in waar alles al klaar staat om ons te verzorgen. Een mooi opgemaakte tafel met kopjes en schaaltjes met toebehoren. Thermosflessen in gepaste vormgeving met koffie en heet water voor de thee, zuiver water en glazen. Alles precies zoals op TV gezien kan worden bij een verslag over een conferentie zoals President Poetin belegd.
        Sergey en ik zitten belangrijk te zijn. Wij spreken onze intenties door - over wat we willen zeggen. Ik heb mij voorbereid middels een gedachtenoefening zonder een woord op te schrijven - hoezeer ik dit oorspronkelijk ook van plan was. Ik neig erna er van uit te gaan dat ik weet waar ik over praat omdat het mijn werk is en aldus een verhaal maken kan. Sergey daarentegen heeft een vol genoteerd papier in zijn typerende chaotische schrijfwijze. Het lijkt meer een verzameling bezweringsformules waar hij naar eigen zeggen na een bepaalde tijd ook niet meer van weet wat het allemaal betekend. Als er ooit iemand het nodig zal vinden om al zijn krabbels en agenda's te gaan ontcijferen, dan zal dat een levenstaak blijken te zijn.

Dr. Lüddemann, zoals Ralph als directeur op kantoor genoemd wenst te worden, komt ons gedag zeggen. Hij is energiek in de weer met zijn zaakjes, maar heeft voor ons altijd een moment de hand te reiken en een kort praatje te maken. Hij kan niet bij de conferentie zijn, zo meld hij, want er zijn problemen met het geld voor een volgend feest dat de traditie georganiseerd wilt zien en hij financieel rond moet krijgen. Hij vliegt weer weg. Xena zal de leiding overnemen.
        Zij komt een moment later. Ik vraag haar of ze al bijgekomen is van het winterfeest. Dat is ze, zegt ze zonder er verder op in te willen gaan kijkt me haar blik. Hoe het met mijn expositie gaat vraagt ze liever. "Goed - alles gaat naar wens" zeg ik en overhandig haar de uitnodiging. Ze bestudeerd die aandachtig om te kijken of er toch nog geen fouten in staan. "Is de kleur van je grafiek wel in orde" vraagt ze vertwijfeld. "Ja, die is perfect" antwoord ik overtuigd. "Maar, die grafiek is toch rood" stelt ze. "Nee dat is een andere. Het zijn mijn computer algoritmen die een hele serie variaties maken, weet je nog?" Ze kijkt me toch nog vertwijfeld aan, niet helemaal begrijpend waar het hier nu precies om gaat.
        Ze neemt met ons in het kort nog even door wat de bedoeling is van deze conferentie en controleert bij mij of ik een verhaal over mijn expositie en werk kan houden. Dat bevestig ik zodat ze gerust daarover kan zijn.
        De hoofdredacteuren van de bladen komen binnen druppelen. Wij maken kennis met deze onwennige types die het maar niks lijken te vinden van hun werk te zijn weggehaald om naar de praatjes van een tweetal kunstenaars te moeten luisteren. Ralf steekt even zijn hoofd tussen de deur. Een misprijzend blik zegt dat niet iedereen is komen opdagen. Hij gaat zijn oekaze kracht bij zetten. Even later komen er een drietal zeer nors kijkende mannen binnen die niet eens de moeite nemen om de hand te komen schudden.

Hier zitten wij dan. Een achttal onwennige heren. Heren want, hoofdredacteuren zijn hier om een of andere duistere reden praktisch allemaal mannen - een dame die de leiding heeft en wij. Aan ons; Xena, Sergey en ik, de taak om deze weerspannige heren ervan te overtuigen dat de exposities die Burda samen met Sergey op alle etages voor haar 2000 medewerkers organiseert een goed initiatief is dat publicatie verdiend in de bladen waar zij van hoofdredacteur zijn en dus daartoe over kunnen gaan.
        Xena stelt Sergey en mij voor met een kleine toelichting over wat wij zijn. In het kort memoreert ze de bedoeling van deze conferentie en nodigt Sergey uit zijn verhaal te doen.
        Hij vangt aan op een voor mij reeds jaren bekende wijze. Zeer uitvoerig en niet meteen duidelijk makend waar hij met zijn verhaal naar toe wil. Het lijkt wel of hij ze nog eens extra wil tarten met een stuk geschiedenis van zijn leven, maar hij is welbespraakt en weet altijd een zichtbaar respect af te dwingen, zij het dat je nooit helemaal weet of men ondertussen denkt: "wat een praatjesmaker". Men ziet kunstenaars nu eenmaal niet graag als mensen die iets te vertellen hebben anders dan over hun kunst en liefst op onbegrijpelijke wijze. Het zou het beeld dat men heeft teveel verwarren.
        Sergey heeft de neiging om de problematische aspecten van het initiatief dat we hier nu willen bespreken te belichten. Hij meld dat hij bepaalde kunstenaars gevraagd had te willen exposeren die dit geweigerd hebben omdat de expositiewanden slechts een corridor zou beslaan. Zij zich te goed vinden om daar hun werk te hangen. Ik denk: menig galerie zou terecht jaloers mogen zijn op de ruimte die men hier in dit gebouw heeft. Er moet meer aandacht komen voor het feit dat hier een prachtige gelegenheid geboden wordt voor exposities met daaraan verbonden ook een catalogus en publicaties in een of meerdere tijdschriften die Burda onder haar bewind heeft ten einde een status hierin te verwerven. Dit is zo'n beetje waar het betoog van Sergey op neer komt.
        Gedurende dit lange betoog zijn de gezichten van de heren hoofdredacteuren iets minder mokkend gaan staan, maar echt overtuigd van de zin van dit alles lijkt men nog niet. Xena vraagt mij nu of ik iets wil vertellen over mijn werk als exposant van de op handen zijnde expositie. In het Duits dient dat te gebeuren of het Russisch zoals tot nu toe de gehele tijd is gesproken. Aan het Russisch waag ik me niet om mijn betoog te houden, want daarvoor ontbreken mij toch teveel woorden.
        "Het kan wel in het Russisch" zeg ik in het Russisch, "maar alleen na een halve fles Wodka". Dit doet het goed en lijkt het ijs te breken. We zijn tenslotte in 'Wodkaland' dus een schot in open doel. Bij de mannen althans, want Xena lijkt het niet te waarderen. Het liefst zou ik het in het Engels doen omdat dat nu eenmaal de vreemde taal is die ik zonder na te hoeven denken beheers, maar dat zijn niet alle heren machtig. Wel spreken ze allen Duits - een voorwaarden om bij Burda te mogen werken. Gelukkig heb ik het afgelopen jaar mijn Duits kunnen praktiseren als Molengids, want anders zou dit wel eens een probleem geweest kunnen zijn om vlot te praten.
        Het voordeel van Duits is dat het zo heerlijk intelligent klinkt, ook al zegt men helemaal niets van betekenis. Alleen de woorden op zich al doen vermoeden dat er heel wat gezegd wordt.
        Allereerst verhaal ik dat ik er in eerste instantie helemaal niets in zag om een expositie hier te maken. Ik überhaupt (!) niet de zin ervan in zag, noch van enig belang voor mijn werk of persoon. Die zit! Dat doet de aandacht opleven, want nu ineens zijn de heren van geen enkel belang meer voor de wereld - is iedere carrièrestap die zij gemaakt hebben als waardeloos gedeclareerd door een vreemdeling die zonder omhaal hen belerend toespreekt. Mannen willen nu eenmaal graag strijden dus heb ik maar direct de oorlog verklaard aan de zielige van geest waar ik mij nu mee omringt weet.
        "Nadat ik uitvoerig gesproken had met Sergey en Dr. Luedemann" kwam ik tot het inzicht dat het hier om een serieuze zaak ging. Ik erin kon geloven dat hier iets moois opgebouwd wordt. Dat het in opbouw is en daarmee ook spannend om voor in te zetten". Zo zet ik mijn beste wapen in.
        "Het houden van die exposities is geen 'spielerei'. Het is, naast het feit dat het alle medewerkers van Burda levend houd doordat men genoeg heeft om over te praten en blik verruimend kan werken, ook een prestige van ieder zichzelf respecterend groot bedrijf om aan cultuur - aan kunst - te doen. Niet alleen bezig te zijn met geld verdienen hoe boeiend dat ook mogen zijn."
        Even wacht ik op reactie om vervolgens verder te gaan. "Het feit dat sommige werken die er nu hangen als scandaleus worden bestempeld door de meeste mensen hier hoort erbij en mag nooit een reden zijn om de werken weg te halen of geen exposities te houden. Iedereen tevreden stellen kan enkel als men kunst zonder enige betekenis aan de wand hangt of reproducties van schilderijen die de hele wereld nu omarmd heeft, doch eens door diezelfde mensen werden misprezen. Denk aan Van Gogh!"
        Hier had ik even zin in, want het schilderij waar al drie maanden een schandaal over heerst bij de meidenwerkers van Burda en waarvan zij met herhaling gevraagd hadden of het weggehaald kon worden, daar sta ik tweemaal op geportretteerd. Het is een schilderij van Nata Koneesheva die het gemaakt heeft naar aanleiding van een feest in 1996 waar ook ik aanwezig was. Zij heeft er een tafereel van gemaakt dat het lijkt of we met z'n allen bezig zijn een volstrekt inmorele orgie te bezigen. De 'Penthouse' serie schilderijen van Sorgachov (God hebben nu zijn talent, want hij maakt alleen nog kruizen) hingen destijds aan de wand. Nata heeft deze verafgoding van wat vrouwen tussen hun dijen hebben op haar schilderij, omgetoverd tot meer obscene taferelen. Die doen afbreuk aan de werkelijkheid, maar maakt het wel tot een feestelijk schilderij waar de mensen hun hypocrisie lustig op kunnen botvieren - zo is eens te meer gebleken. Dr. Lüddemannn heeft steeds steevast geweigerd het schilderij te verwijderen en lacht heimelijk om zoveel ophef, zo heeft hij mij laten weten. Sinds ik weer een bril op mijn hoofd heb, meestal op mijn kale kop geschoven en er karakteristiek mee rond loop in de 'Burda gangen' geloof ik dat de mensen daar langzaam beginnen te beseffen dat ik uit het schilderij gelopen ben: als waren ik Satan in hoogst eigen persoon die straffen komt.

Ik merk aan de heren dat ze welwillend zijn geworden om me aan te horen. Hier en daar is men ook vermaakt. Genoeg gepreekt. Tijd om nu over mijn eigen expositie te vertellen en uit te leggen wat mijn werk ongeveer inhoud op die expositie.
        "Er zullen een vijftal schilderijen van mijn hand worden geëxposeerd, een 16-tal kleine computergrafieken en drie grote. Die schilderijen waren in 1990 in het Centrale Huis voor Kunstenaars geëxposeerd, samen met 100 zwart-wit grafieken en een drietal computers waar die grafiek zichtbaar op gecomponeerd werd. Toentertijd werden mijn schilderijen door de meeste mensen als kinderlijk bestempeld en was het een schande dat het er mocht hangen - in hun zo gerespecteerde museum. Voor een selecte groep was het een verademing; een bewijs van Perestrojka! De computergrafiek werd ook niet begrepen, maar men had wel respect voor de drie monitoren die het creatief proces lieten zien. Nu zijn we 14 jaar verder en is het interessant te zien of men er nu positiever tegen aankijkt. Graag zal ik tijdens de vernissage de mensen enige uitleg verschaffen.
        Waarom niet een publicatie maken in een of meerdere bladen van uit de invalshoek die het blad omvat? Een aantal leuke foto's van de vernissage, een verhaal over Burda als plaats waar kunstenaars zich progressief presenteren en een verhaal dat gebaseerd is op een interview. Dat is toch leuk voor de lezers." Zo denk ik hardop en kijk al vragend rond.

De aandacht is gewekt, dat is wel duidelijk, maar ik ben nog niet klaar, want eigenlijk nog niet begonnen met te verhalen wat voor een kunstenaar ik ben. Tot nu toe heb ik 'enkel' ingehaakt op dingen die min of meer al gezegd waren. Dit om een aantal aspecten nog eens te benadrukken en vanuit eigen perspectief te belichten.
        "Ik heb een opleiding gevolgd aan een kunstacademie, zoals vaak het geval bij hen die zich een kunstenaar noemen" verhaal ik, al voorgenietend van wat ik nog zeggen ga. "Daar ben ik om kunst-politieke redenen vanaf gestuurd, want men kon niet - wilde niet - begrijpen waar ik mee bezig was; met het verbreden van mijn horizon: met 'elektronische muziek' en ook mijn passie gevend aan het ontwerpen van elektronica om mijn ideeën vorm te kunnen geven".
        Dit doet het goed. Vooral het woord 'politiek' haalt een grijns van begrip te voorschijn. We zijn in Rusland, waarmee niet vergeten mag worden dat zij hier een lange geschiedenis hebben van vernacheld te zijn door hetgeen dat we doorgaans als politiek bestempelen - dat wat vele levens gekost heeft - de kapot gemaakte loopbanen nog maar even vergetend.

"Ik geloofde, en doe dit nog steeds, in het experiment; de empirische methode. Door bevlogen een bepaalde weg te volgen die uitdagend is - steeds de nieuwsgierigheid behoudt - iets te bereiken wat ik als eigen gemaakt kan beschouwen.
        Als kunstenaar ben ik aangevangen in 1984 met het tekenen op de computer. Totale flauwekul vond ik het vervolgens omdat de mogelijkheden toentertijd te primitief waren en slechts imiterend bedoeld. Eenmaal in 1987 een Atari computer kunnen bekostigen - als een Macintoshkloon, maar dan beter - had ik interesse om mijn inmiddels gevorderde muziekprocedures (het 'automatisch' produceren van muziek door mijn eigen ontworpen electronische machines) ook op de computer uit te proberen. Ik had inmiddels wat lessen gevolgd van een vriend om op de Commedore 64 'Basic ' te programmeren. Ook een kunstenaar heeft een stel hersens en er is geen enkele reden om aan te nemen waarom hij niet zou kunnen leren programmeren op een volwassen niveau."

Nu heb ik werkelijk alle aandacht van de heren. Hier wordt gebroken met een traditie: iemand die bevlogen overkomt - een dromer lijkt te zijn - werpt zich ineens op als iemand die eerder als een wiskundige gezien kan worden, want ik heb reeds een aantal moeilijke termen en diepere gronden van het programmeren op filosofische gronden uiteengezet.
        "Het experiment is de basis van de vernieuwing" had ik laten vallen. "Vanuit een klassieke opleiding is het machtig mooi om te gaan 'rotzooien' met de waarden en normen die tot op dat moment geldig waren en nieuwe wegen in te slaan. Wegen waarvan men niet eens weet waar uit te komen, maar hoe eenvoudig, aangenaam zijn te bewandelen omdat er van alles is te zien wat zich nog niet eerder openbaard heeft. Dit is wat kinderen continue doen en waarom zij zo vaak lachen."

"Zeven jaar heb ik geprogrammeerd. Dag in dag uit, om mijn wens in vervulling te zien gaan: een verzameling computer algoritmen gevat in een programma die mijn stijl van schilderen beschrijven - het fundament van mijn wijze van creëren. Waar de passie van het zien ontstaan van een kunstwerk voor mij van groter belang is dan het kunstwerk zelf zoals gebruikelijk is als de mensen het doorgaans zien. Vanuit een leeg en zwart veld heb ik vele tienduizenden regels, stuk voor stuk gemeten en gewogen. Ik heb mezelf over gezet naar een medium dat vooralsnog als onsterfelijk word beschouwd; een 'computerprogramma' in de volksmond. Een programma dat tot in het oneindige kunst kan maken zonder dat er een druppel zweet nog aan te pas komt. Hierom is het dat ik zelf fysiek in naturale staat geen kwast meer aanraak, noch een tekening wenst te maken, want er is een elektronische kloon van mij die dit alles over heeft genomen" Ik hou mij nu bezig met andere zaken - heb een nieuw leven gekregen."
        Afgezien dat op dit wat gezegd is wel het een en ander af te dingen is, als het gaat om de praktische werkelijkheid, komt de boodschap van het idee over en heeft men in de gaten dat dit niet enkel woorden zijn: er tastbaar resultaat is; het is daadwerkelijk gestalte gegeven; niet enkel een conceptie van een maffe kunstenaar zoals er zoveel rondlopen c.q. in de meest prominente musea hun charlatanisme mogen botvieren onder genot van hoog aanzien omdat zij niet concureren met hen die dit mogen bepalen.
        "Het lot van vernieuwers is dat zij zelden gewaardeerd worden. In ieder geval niet tijdens hun leven! Burda kan met haar exposities in een samenwerking met Sergey iets neerzetten dat uiteindelijk naam zal maken en de geschiedenis in zal gaan en kunstenaars een platform geven dat uiteindelijk ter grotere glorie van Burda dient."
        Hoewel ik iedereen afwisselend individueel aankijk, zijn mijn ooghoeken alert op de globale bewegingen die gemaakt worden. Als afkomstig van een prooidier: de Mens, zijn het de ooghoeken die het meest gevoelig zijn voor beweging; dat wat ogenschijnlijk buiten ons directe gezichtsveld valt, maar het er het meest toe doet om te proeven of men belaagd wordt en zo ja: in welke maten.
        Ik besef me dat dit mannenpraat is. Praat, waar de zogenaamde moderne vrouw haar schouders over ophaalt, maar dit is slechts in context tot een evolutionair gezien korte periode en daarmee van geen belang; wordt het gebrek aan kennis - de modieus heersende dommigheid van vandaag de dag - makkelijk vergeven. Ik ben hier, uitgezonderd een enkele vrouw, met mannen! Mijn soort, dus is er geen ruimte voor verlichte ideeën die enkel de andere soort van dienst zijn. Ik ben een aap die indringt en aldus zich gedraagt als aap in zuivere vorm, zij het verstopt in een menselijk gedaante uit de laat twintigste eeuw met een bedrieglijke indruk van een geëmancipeerde man te zijn.

Xena, die ik regelmatig passeer in het kijken naar de gezichten als ik aan het spreken ben, kijkt tevreden en vermaakt. Ik maak mijn reputatie tot tevredenheid waar; een die tot nadenken stemt kan ik van haar gezicht lezen. Zij hoeft zich niet te schamen voor mijn voordracht. Integendeel!
        "Als er vragen zijn, dan hoor ik die graag", zeg ik al vriendelijk rondkijkend. Die zijn er, hoewel met schroom loskomend.
        "Toen je begon met programmeren van je 'kloon', wist je toen al wat je wilde - hoe je het moest doen?" vraagt een nog relatief jongeman rechts van mij. "Nee, in het geheel niet" antwoord ik. "Wel had ik het gevoel dat er iets in het verschiet lag - noem het inspiratie - op basis waarvan ik aangevangen ben. Bijna drie jaar heb ik nodig gehad om vele experimenten te doen en kennis te vergaren die het mij mogelijk maakte om uiteindelijk te maken wat ik gemaakt hebt; mijn z.g. 'Art Moderne' 'Auto composer'. Proberen en nog eens proberen, fouten maken en onderzoeken, om vervolgens de kennis te vergaren iets te maken wat meer doelgericht was: een programma dat iets van mijn ziel zou bevatten in het creëren van beeldende kunst; een overdracht van 'Mens' naar 'Machine' waarin de Machine meer mens wordt: een de-mystificatie van het fenomeen 'Mens'.
        "Waarom?" zo wordt mij gevraagd uit andere hoek. "Omdat ik , zoals ieder mens, nu eenmaal zoek naar de waarheid. Een die voor mij geldig is en hopelijk voor een ander boeiend is om kennis van te nemen. Het is een vorm van contact leggen. Niet meer en niet minder - dat is alles!" sluit ik deze vragenronde af.
        Xena neemt het, na dit slotwoord, direct over en zegt dat er mooie woorden gesproken zijn waar men vrijelijk over mag nadenken en een stimulans mag zijn om het initiatief van het houden van exposities in het 'Burda-huis' naar een hoger plan te tillen en wellicht ook tot verdere inspiratie mag leiden binnen de dagelijkse bezigheden die Burda heeft. "Allen welkom op de vernissage" meld ze nog eens extra.

De heren weten niet hoe snel ze moeten wegkomen van dit verderfelijk oord dat hun tijd al lang genoeg gegeten heeft. Sommige echter komen mij hartelijk de hand schudden Zij zullen het zijn die hoger op komen in dit bedrijf c.q. de leiding zullen overnemen, want dit alles is van hoger hand reeds bepaald. Ik ben niets anders als een test voor het vermogen van deze lieden om zich in te leven in nieuwe ideeën. Ook ik weet mijn plaats in dit geheel van machten en blijf daarom vriendelijk lachen.


De Moskouwse projecten zijn te bezichtigen op (English and Russian): www.xs4all.nl/~marcmarc/moscow/

Reacties op deze artikelen serie kunnen gezonden worden naar: Contact