De Nederlandse kunstenaar & ontwerper Marc Marc verhaalt in deze rubriek zijn ervaringen met Moskou sinds 1989. Hij geeft zijn persoonlijke ervaringen en kijk op het leven in Moskou.
Drolleninspectie
Januuari 2005
Uit: "Nooit meer" - Marc Marc - Deel 20 17.01.2005
(20)
Het monster is al geruime tijd aan het mokken dat het uitgelaten wil worden. Allee, vooruit dan, maar een gewoonte ervan maken ben ik niet van plan. Ik houd niet van honden. Zij echter des te meer van mij. De vier hondse littekens van zijn hoektanden in mijn linker kaak worden aan het zicht onttrokken door mijn baard. Toegebracht door deze onstuimige Rottweiler en toentertijd waarschijnlijk bedoeld als een liefkozend afwerend gebaar. Ik heb het hem vergeven, want haatdragend ben ik niet
Aan enthousiasme heeft het beest geen gebrek, doch na al die jaren heeft hij nog niet begrepen dat er eerst een venijnige ketting om zijn hals moet. Volgens mij had Pavlov voor zijn experimenten honden gebruikt die bij toeval hersenen hadden.
Deze rothond dient erg kort aan de ketting gehouden te worden. Niet voor niets zitten er stevige knopen in de band. Knopen die de greep op de band verstevigen en op diverse posities aangehaald kan worden ter voorkoming van het doodbijten van een kind - of nog erger; een andere hond.
De hele ochtend had ik voor hem de deur van de slaapwoonwerkeetstudiekamer dicht gesmeten om hem duidelijk te maken dat ik geen pottenkijkers nodig heb. "Wegwezen jij, hond!"
In het passeren van dit beest, belast met een opdracht die mij in zijn richting deed komen, kon ik niet anders dan met mijn hand mijn kamerjas dicht drukken ter hoogte van een gevoelige plek. Bang dat dit monster snapt wat er aan de hand is, wanneer hij zo met die verwijtende blik opzichtig niet opzij wil gaan voor mijn passage, en mijn kleinnood in een enkel rap hapje zou verslinden. Streng kijk ik hem in de ogen en zeg: "Oprotten!" en verbaas me erover dat deze duivel zowaar Nederlands verstaat. Ik weet dit bevel kracht bij te zetten door het duwen met mijn rechter been tegen een van zijn flanken waarop hij zich met ingehouden weerzin terugtrekt.
Met af en toe een ruk aan de ketting tijdens onze loop naar de lift, waardoor gemene haken in zijn hals zich aantrekken, laat ik deze doerak weten dat ík het tempo bepaal en niet hij. Spreek hem toe met vermanende woorden: "Stop!, Pas op!, Wacht!, Zit!" en "Vooruit!" als hij verder mag. Lord, want zo heet het monster, kijkt me dan gehoorzaam aan. Honden zijn dom! Minder dom als katten naar het schijnt maar toch: een kat geeft in ieder geval de indruk dat ie slim is. Honden zijn me iets te primair.
Nu de machtsverhouding duidelijk is kunnen wij beginnen aan een drolleninspectie. Wij betreden zijn paradijs. Hij weet precies waar te moeten gaan snuffelen om te genieten van al die lekkernijen die rondom de kinderspeeltuin opgehoopt liggen. Velen catagoriën komen op ons pad bij het volgen van deze neus aan de lijn en voeren mij mee langs grillige paden van dit hondenleven en zijn opponenten.
Een plasje hier en een plasje daar - enkel na uitvoerig gewikt en gewogen te hebben of de drol in kwestie de moeite waard is. Soms wordt na lang draaien de boodschap op het laatste moment van gezelschap ontzien en vervolgens de neus weer naar een heel andere richting geleid.
Ik volg hem in zijn queeste en moet mij door onmogelijke bebossing wringen om zijn drollengang te kunnen volgen. Ik vier de lijn, haal weer aan met grote precisie om deze inspecteur zo min mogelijk te storen in het vinden van de pot met goud in dit labyrint van hondenpassie. Enig patroon kan ik in zijn gang niet ontdekken. Ieder zijn specialisme!
Als leek meen ik toch te constateren dat de licht gekleurde onderzoeksobjecten minder de aandacht krijgen dan de donkere. De oudere, die zich makkelijk laten onderscheiden vanwege hun aangetast zijn, zelfs geheel links gelegen gelaten worden. "Gelijk heb je jongen" hoor ik mezelf soms goedkeurend zeggen terwijl ik een klein rukje ter waardering aan de ketting geef, waarop de andere kant van de lijn mij met een hondenblik van begrip aankijkt. Deze wederzijdse blik van verstandhouding maakt dat we besluiten nog een ronde te doen, want we zijn er niet helemaal uit waar we de drol moeten gaan draaien.
Als een danser van moderne dans beweeg ik mij op ons werkterrein, bevreesd om uitgerekend te gaan trappen in de drol die de uitverkorene had moeten zijn en ik dan de rest van mijn verblijf op een verwijtende blik zal stuiten. "Oh, daar heb je hem weer. Die kluns die er niets van bakt."
Wij zijn het veldje bijna weer rond als de lijn plots onder grote spanning komt te staan. Eureka! Zenuwachtig worden alle parameters gecontroleerd. 'Check and Double Check', want zorgvuldigheid is hier op zijn plaats. Nog een beetje naar links. Dan wat graden koerscorrectie, de blik op oneindig en persen. Als er één geschikt moment is om een hond dood te slaan, dan is die nu aangebroken.
Tevreden wordt nog even naar het resultaat omgekeken om vervolgens drie meter verderop wat rudimentaire properheidsbewegingen in het zand te maken met de poten om hygiëne voor te wenden. Hier kunnen zijn opponenten een puntje aan ruiken en op het eerstvolgende hondensymposium met een staande ovatie dit drollenmonster ontvangen. Ik begrijp nu waarom hij 'Lord' heet.
Het zijn honden die graffiti hebben uitgevonden. Hieruit vloeit voort dat zij die graffiti aanbrengen - het zijn bijna altijd puberjongens - op gelijk niveau staan. Het woord 'dom' ligt nog net niet op mijn lippen, maar komt aardig in de buurt. "Dom" betekent immers: als een hond gedreven.
Alle sublimatie ten spijt, loop ik met een beest aan de ketting als een meester die vermanend optreedt en kijk in donkere ogen die dat mij lijken te verwijten, hoewel wel gehoorzaam zijn. Een hond zijn lijkt me een verzoeking. Hoe langer ik op pad ben met dit beest, des te meer begin ik een compassie te ontwikkelen en hem als mijn kind te beschouwen. Langzaam wint een hondenliefde mijn passie. Langzaam raak ik het spoor bijster. Steeds vaker lopen wij op zonder dat ik aan de martelketting trekken moet.
"Feest!" zeg ik hem. Wij gaan eens op pad naar andere werelden. "Laat me je mee nemen naar straten die ik zelf niet eens begrijp. Daar, waar we ooit geweest zijn, doch niet meer van weten". Zijn kop gaat schuin hangen als hij mij aankijkt en ik hem toespreek. In vol enthousiasme rukt hij mij ineens mee in de richting die ik had aangewezen. Zijn enthousiasme is als een speels kind dat vertrouwd op het ouderschap. Een vertrouwelijke positie die kennis, macht en liefde verenigd.
Hij is in zijn nopjes met dit avontuur. Het is duidelijk dat zijn meesteres die moeite allang niet meer neemt. Hij roept de noodtoestand uit over zijn blaas om zoveel mogelijk extra sporen achter te kunnen laten.
Met een wijde boog lopen tegenliggers om ons heen ,want het blijft een monster. Lord heeft echter enkel aandacht voor de traktaties die ruimschoots op ons pad gezaaid zijn.
Nadat wij een tijdje zo onze neuzen zijn achterna gegaan wil ik linksaf. Hij niet. Hij vind het blijkbaar tijd om huiswaarts te keren. Houd zijn kop koppig naar rechts gericht en is niet vooruit de branden in de richting die ik wil. Omdat het beest evenveel weegt als ik, zo niet meer, is het van een onbegonnen touwtrekkerij. Als ik uiteindelijk toegeef loopt hij blij naar huis, mij de weg wijzend met zijn neus zonder om te ruiken.
Eenmaal thuisgekomen vlijt hij zich tevreden neer in de hal. "Ja jonge, was leuk hé. Nu ga ik weer met het baasje knuffelen, ja." Hij kijkt mij dankbaar in de ogen als ik hem een knipoog geef en de deur van slaapwoonwerkeetstudiekamer sluit.
De Moskouwse projecten zijn te bezichtigen op (English and Russian):
www.xs4all.nl/~marcmarc/moscow/
Reacties op deze artikelen serie kunnen gezonden worden naar: Contact