De Nederlandse kunstenaar & ontwerper Marc Marc verhaalt in deze rubriek zijn ervaringen met Moskou sinds 1989. Hij geeft zijn persoonlijke kijk op het Moskouwse leven.
Rozen & Bonbons - Kaviaar & Champagne
Juli 1990
Werkcollectief
In het hart van de zomer wilde ik graag naar Moskou, want ik had me voorgenomen de stad met hun bewoners in alle seizoenen te willen meemaken en ik begin een vreemd soort heimwee naar deze stad te ontwikkelen.
Het is reeds bloedheet met een bedrukte luchtgesteldheid als ik aankom. Dat deert me niet. Een nieuw avontuur ligt in het verschiet. Mijn gastheer Sergey Maljoetin lijkt zich er ook niet aan te storen; hij blijft immer vrolijk en zijn energie uitstralen als ware hij de zon zelve.
Ik vraag hem hoe het met de progressie is van het drukken van ons drukwerk voor onze gezamelijke expositie. Hier schiet het niet erg mee op, maar dat zie ik niet meer als probleem, want ik was bij mijn vorige reis reeds begonnen met het schilderen van een 'Moskouwse serie' in het atelier van Sergey en dus mag de expositie nog wel uitgesteld worden. Hiermee had het plan om werken vanuit Nederland te vervoeren een wijziging ondergaan; ik zou een Moskouwse serie gaan presenteren en deze moest natuurlijk we nog wel gemaakt worden.
Een paar vierkante meter werkruimte. Niet veel, maar oh zo romantisch; ingeklemd tussen al zijn opgeslagen schilderijen in het oude atelier enige meters weg van de Prospekt Mira kon ik welgeteld één enkele meter afstand nemen van mijn werk. Niet veel als men bedenkt dat ik gewend was aan groot atelier tot mij beschikking te hebben in Amsterdam. Toch lijkt dit niet echt een probleem te zijn. De sfeer is goed: in de ruimte naast mijn werkplaats zijn de meisjes met Sergey aan het werk en verblijven de langskomende gasten terwijl ik gewoon, als ware ik weer student aan de kunstacademie, kan doorwerken. Dit is een collectief in de goede betekenis van het woord! Indien men behoefte heeft tot te socialiseren dan kan dat, maar indien niet gewenst gaat men gewoon aan het werk: een werkcollectief dus - en wel zeer productief!
Rozen voor de directrice
Sergey wil me meenemen naar de directrice van het bedrijf dat onze drukwerk maar niet drukken wil. Hij legt uit dat hij reeds eerder haar - middels het toesteken van geld en presentjes - heeft pogen te bewegen het drukwerk eindelijk eens te gaan maken, maar zonder succes tot nu toe. Hij denkt als ik nu met een bos Rozen aankom voor haar dit de druk nog eens verder opvoert en tot succes kan leiden. Ik voel hier in eerste instantie helemaal niets voor. Een bos Rozen geven aan een dame is geen probleem, maar ik moet er ook nog een verhaal bij houden wat haar de verplichting moet doen na komen die ze is aangegaan; hoewel in het klein is dit toch ordinaire corruptie en daaraan meewerken is een aanval op mijn principes. Uiteindelijk weet Sergey me om te praten en dus kopen we een mooie bos rode rozen en trekken naar de "Tsvjetnoi Boulevard" voor een onderhoud.
De directrice ontvangt ons is haar kabinet dat huist in het gebouw van "Literatuoernaja Gazetta". Een typisch geval; een koket geklede en opgemaakte dame van middelbare leeftijd - niet onvriendelijk uit haar ogen kijkend, maar zeer defensief en afwachtend, want waarschijnlijk denkend dat ik haar een verwijt kom maken. Als westerling wordt men hier toch automatisch als iemand met macht en kracht gezien. Het doel mijn bezoek behelst echter het tegendeel, want ik kom feitelijk een slijmpoging doen.
Ik heb niet alleen een bos Rozen, maar ook een doos 'konfetti' bij me om te geven, een Russische variant van de roemruchte franse "Mon Cheri" bonbons. Deze kombinatie geven mannen alleen aan hun vrouw als ze vreemd gegaan zijn of anderzins iets hebben goed te maken. Zo voel ik me nu ook; ik ga vreemd met mij principes.
Sergey introduceert me met flair en laat het vervolgens aan mij over. Daar sta ik dan met die idiote kombinatie van Rode rozen en 'Mon Cherie' Bonbons - mijn meest innemend blik opzettend.
Hoewel ze nauwelijks Engels verstaat had Sergey me geïnstrueerd om gewoon een toespraak in het Engels af te steken over hoe fijn ik het vond om in Moskou te zijn en een expositie te hebben en hoe groot mijn hoop was dat zij het drukwerk zou kunnen verzorgen etc. Erg veel woorden sprak ik niet. Vooral langzaam naar mijn woorden zoekend en ontzettend mijn best doen om zo lief mogelijk over te komen. Ik overhandigde haar de presentjes die ze glimlachend in ontvangst nam. Sergey nam het vanaf hier direkt over. Hij rook zijn kans om in deze situatie koppen met spijkers te gaan slaan. Dit lukte hem ook zo te zien, want er onstond tussen die twee een heel gesprek waar ik natuurlijk niets van verstond, maar wel veel goeds bij voelde. De agenda kwam te voorschijn om een datum te prikken waarop we de drukproeven kunnen komen bekijken.
Decadentie
Gezien de valuta die Sergey en ik bezitten kunnen we ons in principe alles permiteren wat we willen mits het maar te koop is. Aan zwarte Kaviaar, Champagne en rode zalm is geen gebrek. Sergey weet altijd waar dit te krijgen is. Voor mij, als Nederlander, is dit een bijzonderheid, want dit zijn producten die in het Westen duur zijn en enkel door de rijken te permiteren zijn; tot het decadente leven behoren. Achter het feit dat uitgerekend deze producten in Rusland relatief goedkoop zijn moet een concept achter liggen dat met Communistische 'propaganda' te maken heeft. Ik laat het me smaken: iedere dag Kaviaar en Champagne alsof er iedere dag iets te vieren valt. En dit is natuurlijk ook zo. Iedere dag valt te vieren dat ik hier in Moskou ben.
Op een dag komt een dame op het atelier met een grote pot zwarte Kaviaar van wel een liter inhoud. Zij werkt in een fabriek waar ze uit deze grote blikken van die 50 grams friemel-potjes afwegen en verpakken. Misschien was het wel 2 liter - in ieder geval vond ik een fantastische gebeurtenis.
In een naar zelfs Russische normen volstrekt armoedige entourage van Sergey's oude atelier - doch romantisch - lepelen de dame, Sergey en ik die inmense pot Kaviaar leeg en drinken er Champagne bij alsof het niets is; heerlijk decadent.
Mijn Schilderwerk
Over de schoonheid van Moskou lopen de meningen uiteen, maar eneverend is het daar zeker. Maar het ontbreekt er aan kleur! Kleur staat voor blijmoedigheid dus had ik me voorgenomen om mijn schilderijen erg kleurig te maken. Met volle kleuren wilde ik me aan het Russische publiek presenteren. Ook wel met een idialistische gedachten, want ik dacht: jullie zijn fantatische mensen maar tevens zo zwaarmoedig. Geen wonder dacht ik, want er is hier geen kleur. Ja, wel kleur in de omgang met mensen, maar niet in de entourage waarin jullie leven en dit achtte ik wel van belang. Een beetje dualistisch, want ik was juist zo ontzettend ingenomen met het 'zwarte' in deze samenleving dus waarom zou ik dan in al mijn naïeviteit pogen een bijdrage te leveren om dit te wijzigen?
Tegen het einde van deze derde reis had ik 26 kleurijke schilderijen klaar en zag het er naar uit dat bij de volgende reis een expositie tot stand zou komen.
Olieverf en Douane
Ik had voor deze reis mijn eigen olieverf meegenomen, want ik had gemerkt dat met Russische verf niet mogelijk was om intense kleuren te mengen vanuit de primaire kleuren. Rood en blauw bij elkaar voegen bijvoorbeeld leverde een 'modder-kleur' op in plaats van een intens violet. Ik was gewend met een kombinatie van 'goedkope' en 'dure' verf te werken om een bepaalde briljantie te verkrijgen en dus zat er niets anders op om mijn eigen dure verf mee te brengen.
De luchthave-douane in Nederland schrok zich te pletter bij het zien van de scanner-beelden van mijn bagage. Ik kijk altijd mee op het beeldscherm uit nieuwgierigheid over wat er van mijn bagage te zien is en zag een grote pik-zwarte doos op het scherm. Dit werd veroorzaakt doordat olieverf veel metalen bevat. Met een schrikachtige reactie als ware ik een terrorist met een bom werd ik gevraagd mijn bagage te openen en een boel veiligheidsbeamten erbij gehaald. Ik legde uit dat het slechts om olieverf ging en dat het onderzoeken van de doos héle vieze handen op zou leveren. Dit risico namen ze en onderzochten de doos minitieus met het gevolg dat ik veilig werd veklaard en zij met vieze handen achter bleven.
In Moskou, bij de douane, deed zich hetzelfde schok-effekt voor, maar het oppervlakkig openen van de doos olieverf met de melding dat ik een kunstenaar was, was hier voldoende om te mogen passeren.
Het is me zowiezo opgevallen bij reizen naar het buitenland dat het enkel de Nederlandse douane is die mij verdacht vindt, ongeacht of ik kom of ga. Mijn glad geschoren kop levert me in Nederland blijkbaar bij voorbaat al een negatieve indruk op; een ongegeneerd vooroordeel van politie en beamten. Terwijl de autoriteiten van andere landen waar ik op bezoek ga geen enkele aandacht hieraan lijken te besteden. Ik ben iemand die niets kwaads in zin heeft en de mensen altijd open in de ogen kijk. Precies dit blijkt in Nederland totaal niet over te komen bij de autoriteiten, maar uitgerekend wel bij de Russische waarvan je juist zou denken dat die zeer achterdochtig zouden zijn. Ik kan inmiddels uit ervaring veel negatiefs zeggen over Russische beamten, maar een ding is me door de tijd heen erg duidelijk geworden: van een vooroordeel ten opzichte van mijn uiterlijk is geen spraken.
De Moskouwse projecten zijn te bezichtigen op (English and Russian):
www.xs4all.nl/~marcmarc/moscow/
Reacties op deze artikelen serie kunnen gezonden worden naar: Contact